De pluimveesector werkt voor de kortere termijn aan verbetering op de te onderscheiden onderwerpen. Omdat een verbetering op het ene duurzaamheidsaspect gepaard kan gaan met verslechtering op een ander duurzaamheidsaspect, is integrale afweging en evenwichtige implementatie van de mogelijke veranderingen noodzakelijk. Gegeven het ambitieniveau in de streefbeelden is systeeminnovatie zeer waarschijnlijk noodzakelijk. Dat vereist een lange termijn aanpak en voor diverse onderdelen onderzoek, waarbij de pluimveesector samenwerking met en inbreng van overheid en andere partijen noodzakelijk acht. De acties op de korte en middellange termijn zijn zo gekozen, dat zij de aanpak voor de lange termijn niet blokkeren. Goed onderbouwde en breed gedragen definities en kwantificering van ‘duurzaamheid’, ‘circulariteit’ en klimaatbelasting (CO2-equivalenten5 ) zijn belangrijke hulpmiddelen bij afweging van maatregelen en monitoring van de voortgang in de pluimveesector.
Belangrijke randvoorwaarden voor het realiseren van de streefbeelden en de doelen op kortere en middellange termijn zijn een verdienmodel voor te leveren inspanningen en investeringen, investeringsruimte, een level playing field ten opzichte van andere landen (o.a. pluimveeproducten op de Europese markt worden conform EU-normen geproduceerd) en op onderdelen aangepaste regelgeving. Analyse van potentiële markten, marktconcepten en prijsvorming en ontwikkeling van (nieuwe) markten is een continue activiteit van de pluimveesector. Zij zoekt daarvoor nauwe samenwerking met andere partijen, zoals retail en consumentenvertegenwoordigers in Nederland en Duitsland als belangrijke markt. Kosten en baten moeten naar rato in de keten verdeeld worden. De pluimveesector zoekt daarom aansluiting bij de LNV-Taskforce Verdienvermogen. Voor de langere termijn wordt gestreefd naar nieuwe, integraal duurzame productiesystemen en marktconcepten, die overall winst opleveren voor de opgaven klimaat, circulariteit, gezondheid voor mens en dier, dierenwelzijn en maatschappelijke acceptatie. Voor de komende jaren wordt daarom gewerkt aan ‘lineaire’ verbeteringen (van duurzaamheid 1.0 naar een versie 2.0 of 3.0) en parallel daaraan aan de variant circulair 1.0. Dat zal doorgaans een systeemverandering betekenen en daarom meer tijd en onderzoek vergen.
De uitvoeringsagenda is een levend document. Vanuit de brancheorganisatie Avined wordt een (werkgroepen)structuur opgezet om voortgang in de agenda te bewerkstelligen. Twee maal per jaar en afgestemd op het sectoroverleg tussen de pluimveesector en LNV, wordt de voortgang in en mogelijke aanpassingen van de agenda met LNV besproken. Avined initieert dit overleg en zorgt voor inbreng van de partners in de uitvoeringsagenda. Voor de onderwerpen voor de korte en middellange termijn is in deze rapportage een werkwijze voor monitoring aangegeven. Zo nodig worden acties toegevoegd of aangepast.
Wilt u meer weten over de uitvoeringsagenda? Download hem dan hier.
Download